Het college wordt verzocht de
volgende vragen te beantwoorden:
·
Nut en noodzaak om onderzoek door te
zetten.
Vraag 1: Heeft het wel zin om
het onderzoek naar alternatieven voor grote windturbines (tot 285 meter hoogte)
dat wij als gemeenten Gorinchem/Molenlanden op dit moment uitvoeren door te
zetten, als de provincie niet bereid lijkt te zijn om deze mee te nemen in het
OER onderzoek en daarmee tot een invulling te komen van het RES-bod?
·
De MER-commissie stelt dat beide gemeenten
zich in het opstellen van de long- en shortlistlocaties te veel hebben beperkt
en dat er ook naar locaties dichtbij Natura2000 gebieden gekeken had moeten
worden. In het artikel wordt o.a. het Lingegebied en de Diefdijk Zuid genoemd,
omdat daar de vogels en vleermuizen niet in het geding zouden zijn.
Vraag 2: Welke mening heeft
ons College over dit punt?
·
We lezen in het advies van de
MER-commissie de volgende passage: ‘De provincie Zuid-Holland wil daarnaast
lokale ondernemers in de provincie meer ruimte geven voor plaatsing van
(hogere) kleine windturbines. Deze windturbines zijn nu al mogelijk buiten bestaand
stads- en dorpsgebied tot 15 meter as-hoogte. Het plan is om deze te verhogen
tot 30 meter as-hoogte (tiphoogte ongeveer 50 meter). Doordat de provincie
heeft besloten om de keuze daarover door te schuiven, zal dit nu geen onderdeel
uitmaken van de aanpassing van de verordening, van de OER en daarmee van dit
advies.’
Vraag 3: Welk effect heeft het
(mogelijke) besluit van de Provincie om de keuze hierover door te schuiven?
Denk (bijvoorbeeld) aan effecten op de haalbaarheid van kleine en middelgrote
windturbines als alternatief voor de mega-windturbines waaraan nu door onze ambtenaren
wordt gewerkt. Graag ontvangen wij de reflectie hierop van het College.
·
Andere (bestuurlijke) wegen.
Vraag 4: Welke opties ziet het
College om te voorkomen dat een fors aantal van de mega-turbines in de
Alblasserwaard geplaatst gaan worden en kunt u duiden welke u het meest
kansrijk acht?
Arno van den Hof, VVD-fractie
Molenlanden
* Politieke vragen volgens artikel
55 van het Reglement van Orde